fbpx

Pieter en Mandy zijn een koppel met een stuk of wat jaloersmakende motorreizen achter de rug. Ze doen niets liever dan reizen, fotograferen en motorrijden. En het liefst allemaal tegelijk. Pieter is storemanager in onze winkel in Utrecht en zijn side-kick Mandy is freelance fotograaf met meer dan negen jaar ervaring in het vak. #dreamteam Samen doorkruisten ze in drie reizen meerdere landen waar je in het dagelijks leven niet veel over hoort. In part one neemt Mandy in haar eigen woorden van begin tot eind je mee naar het ongerepte Afrika.

Fotografie door Mandy Brander – We Want Adventure
(www.wewantadventure.com of insta: https://www.instagram.com/wewantadventure/)

 

De Afrika trip

Het was al half oktober en over twee weken zouden we op reis gaan. De agenda’s waren leeg, het tijdelijke huis zouden we bijna verlaten en we waren klaar om op pad te gaan. We hadden alleen nog geen bestemming. China misschien? Dat staat immers al lang op ons verlanglijstje. Maar daar hadden we meer voor moeten regelen, helaas rij je daar niet zomaar met een motor doorheen.

Weer naar India? Altijd goed, India blijft een groot avontuur. Het was een serieuze optie, maar na wat scrollen op Facebook zag ik in de Horizons Unlimited groep (de plek voor overlanders met de motor) een aantal foto’s van een motorrijder door Oeganda.

Alles kwam hier voorbij, groen, woestijn, dieren… wow! Dat zag er mooi uit. Ik stelde het voor aan Pieter en hij was direct enthousiast. Afrika, daar waren we beiden nog nooit geweest en het klonk als een goed avontuur. Twee weken later landden we in Kampala, de hoofdstad van Oeganda.

Veel voorbereidend werk hadden we niet gedaan, maar we waren optimistisch. Ergens twee motoren vandaan halen zou toch moeten lukken? Achteraf gezien hadden we misschien beter naar Kenia of Tanzania kunnen gaan, want een motor in Oeganda regelen was nog niet zo makkelijk. Het land zit vol met brommers, de Boda Boda’s, maar een goede motor vinden is een uitdaging. Je ziet ze nergens…

De Boda Boda is dé lokale taxi. Je springt er achterop en met gevaar voor eigen leven scheuren ze door de drukke hoofdstad heen. Hier en daar een bumper of andere taxi tegen je kuit hoort erbij, net zoals de vele ongelukken die er gebeuren. Maargoed, zo’n brommer zagen we niet zitten. De ideale hoogte voor mij, maar veel te klein voor Pieter en daarbij iets meer power is dus wel zo leuk. Na een zoektocht door de stad, op de lokale markt én online marktplaats kwamen we uiteindelijk via via via terecht bij Dan terecht. Dan zou de man zijn die iets voor ons kon regelen.

Hij kwam aanzetten met een Honda XR 250 (ergens uit de jaren 80), zonder batterij, spiegels en hier en daar wat losse onderdelen. Oké een begin! Dan, die later weer een tussenpersoon van de eigenaar van deze motoren bleek te zijn, zou hem opknappen. Perfect om mee op pad te gaan zei hij. Het was in ieder geval een goede hoogte voor Pieter.

Nu nog een motor voor mij. Ik ben vaak te klein voor veel motoren, zeker voor de crossbikes. Twee dagen later kwam Dan met een Yamaha Serow (XT 225), die toch ook ergens uit de jaren 80 leek te komen. Perfect! Dan regelde het papierwerk en veel hoefde er niet meer te gebeuren. We kozen voor huren, want voor kopen moet je redelijk veel tijd hebben en wij hadden ‘maar’ twee maanden. En in die maanden wilden we natuurlijk zoveel mogelijk rijden!

We pakten onze tassen in en gingen op pad. We reizen niet met een vast plan en hadden dus geen route uitgestippeld of overnachtingen geboekt. Het is fijn om per dag te kunnen kijken waar je zin in hebt en om altijd je plan te kunnen veranderen. We wilden in ieder geval richting Rwanda, waar een vriend van ons verbleef. We lieten het drukke verkeer van Kampala achter ons en begonnen te wennen aan de motoren. Het verkeer in Oeganda is, zoals in veel landen, chaotisch. Er heerst een hiërarchie die vrij simpel is. Hoe groter je bent hoe belangrijker. Als motorrijder moet je dus regelmatig uitwijken en vooral niet denken dat een bus wel voor je opzij gaat. Ook al rijdt die bus op jouw weg helft.

Oeganda is een arm land, een van de armste ter wereld zelfs. En onderweg kwamen we dan ook veel armoede tegen. Bij elke stop komen er veel kinderen op je af. Maar de mensen zijn er ontzettend vriendelijk. We voelden ons erg welkom en werden altijd vriendelijk ontvangen bij de lokale restaurants waar je voor zo’n 2 euro een flinke maaltijd krijgt.

Rwanda bleek een andere vibe te hebben dan Oeganda. Rwanda is veel schoner en heeft veel meer regels. Maar ook hier is er veel armoede. Na de grensovergang was het nog een uurtje of twee naar de hoofdstad Kigali. Voor mij begon Pieter steeds langzamer te rijden en kwam in de berm tot stilstand. Zijn motor had ermee opgehouden. We waren (voor ons gevoel) in de middle of nowhere, maar al gauw stonden er minstens 40 kinderen om ons heen. Pieter probeerde op de paar centimeter ruimte die hij nog had het probleem te ontdekken en al gauw gingen er er paar volwassen mannen mee bemoeien. De monteur uit het dorp verderop werd opgehaald door iemand en ging aan de slag.

Wat blijkt, de elektronica is een zooitje en zit met tape aan elkaar en alles wordt losgemaakt. Met benzine maken ze alles schoon en er wordt druk gediscussieerd met elkaar. Elke keer komen er steeds meer kinderen kijken en telkens worden ze weer weggejaagd door de volwassen. De kinderen zijn vooral onder de indruk van onze motorkleding. De handschoenen met bescherming worden druk bestudeerd.

Ondertussen wordt alles weer aan elkaar gemaakt en Pieter stelt voor om misschien eerst de motor te testen voordat ze alles in elkaar hebben. Dus ze testen de motor. Het licht doet het weer! Er is hoop… maar de motor start niet. Al bijna willen ze alles weer slopen, maar dan ineens ziet een van de jongens dat de dodemansknop op het stuur verkeerd staat. Tot grote hilariteit van iedereen! De knop wordt om gezet, en voila, de motor start!

Wat een opluchting. Ondertussen heeft iemand een spijker in de voorband van Pieters motor ontdekt en het blijkt dat deze lek is. Het wiel wordt eruit gehaald, iemand springt achterop een andere brommer en komt al gauw terug met een pomp en materialen om de band te plakken. Dat we een reserve binnenband hebben dat maakt niet uit, plakken, zo doen ze dat hier.

Na Rwanda voor een klein deel verkend te hebben willen we terug naar Oeganda. ‘Het land of the free’ zoals iemand het in Rwanda beschreef. Oeganda voelt ook echt vrijer en trekt ons meer. Het wordt tijd om een natuurpark te verkennen. En ook al kwamen we helemaal niet naar Afrika voor de natuurparken en de dieren, al gauw zijn we verkocht. Helemaal omdat je hier gewoon met je motor door de parken mag rijden. ‘Good luck and be safe’ zeggen ze. We spreken af om nooit te ver van de motor te lopen en altijd de motor draaiende te houden. Er lopen hier immers ook leeuwen rond. En ook de buffalo’s zijn niet ongevaarlijk. Die laatste zien we volop, maar de leeuwen hebben we niet gespot.

Wel zien we olifanten, zebra’s, giraffen, allerlei soorten hertachtigen, apen, vogels enz. En wat voelt het magisch om over een stoffig pad te rijden terwijl er een giraffe oversteekt of een olifant rechts aan het grazen is.

We slapen in de zo goedkoop mogelijke hutjes, want de parken zijn niet goedkoop. We hebben spijt dat we onze tent niet hebben meegenomen. Maar als we ’s nachts een leeuw horen brullen en ik een keer het wc hokje niet uitkan omdat ik geblokkeerd wordt door een nijlpaard is zo’n hutje ook wel prima. Toch zouden we bij een volgende reis zeker onze campinggear meenemen!

In de natuurparken zijn er weinig regels. Maar je mag niet in het donker rondrijden. We scheuren met onze motor door het park en zijn als een kind zo blij bij elk dier wat we zien. Hier en daar spotten we een busje of fourwheeldrive met toeristen in camelkleurige kleding. Vol verbazing kijken ze naar ons motoren dat al gauw plaats maakt voor ergernis want het geluid van de motoren schrikt veel dieren af.

Oeganda is nog niet heel toeristisch en al worden we soms ingehaald op de weg door een luxe fourwheeldrive lijken we de parken en het land voor ons alleen te hebben. Andere motorrijders komen we helemaal niet tegen, behalve één georganiseerde groepsreis, allemaal Nederlanders. Ondertussen hadden we geleerd over Karamoja. Een streek in Oeganda die nog niet zo lang open is. Er zijn lang conflicten geweest door de lokale stammen en de regering. We besluiten die kant op te gaan en komen terecht in een woestijnachtig gebied.

We overnachten een nacht in de Kraal. Mannen trekken hier rond met hun vee, voornamelijk koeien en geiten en slapen ’s nachts ook bij hun vee. Er werd (en wordt nog steeds) namelijk veel vee gestolen tussen de verschillende stammen in het gebied. De mannen drinken er lokaal gemaakt bier en zingen veel liederen. De oudste mannen zijn het belangrijkst en praten veel over hun koeien. Koeien zijn namelijk waardevol en heel belangrijk in Karamoja. We zijn welkom en proeven het bier (wat veel weg heeft van havermout met alcohol) en we moeten uitleggen waarom we in hemelsnaam nog geen kinderen hebben. Volgend jaar graag terugkomen met z’n drieën is de boodschap. Terwijl de oude mannen maar bier drinken zijn de de jonge, nog kleine, jongens nog hard aan het werk. Maar dan gaan ook zij aan het bier.

Het is bijzonder om dit gebied te verkennen maar we willen meer en besluiten om Turkana te gaan verkennen. Een gebied in Kenia, wat ook nog maar net open is. Hiervoor moeten we wel een grensovergang nemen wat officieel geen grensovergang voor toeristen is, maar we wagen het erop. De grensovergang bestaat uit één militair en een klein hutje en algauw belanden we in de middle of nowhere. De weg wordt bergachtiger en rotsachtiger. En terwijl ik op adem kom omdat mijn hoogtevrees het me moeilijk maakt, komt er uit het niets een man gekleed in tribal kleding die bij mij achterop wilt springen. Hardhandig probeert hij mij duidelijk te maken dat hij een lift wilt. Ik geef een dot gas en kom een paar kilometer verder weer op adem.

Twee vrouwen, met alleen een broekje aan en verder prachtig gekleurde kettingen om komen op mij en Pieter af. Benieuwd ben ik wat ze willen, maar ze hebben geen aandacht voor ons. Ze duiken op mijn motorspiegels en bekijken zichzelf aandachtig. Ze gieren het uit van het lachen en lijken zichzelf aan elkaar te beschrijven. Daarna horen we de vraag die we elke dag minstens een paar keer horen: ‘Give me money’.

We willen rijden naar de eerst volgende (en enige) grotere stad in het gebied, Lodwar. Hier maken we weer eens een oude fout. Het aantal kilometers onderschatten. Zo is 90 kilometer in Nederland misschien maar een uur rijden, maar als je door zand en rivierbeddingen moet ploegen kan dit veel langer duren. En uiteraard besluit Pieters motor het dan op te geven.

In de middle of nowhere stopt zijn motor en de avond begint te vallen. Zoals altijd zijn er altijd overal mensen en dronken mannen beginnen zich ermee te bemoeien. We raken niet snel in de stress, maar deze situatie lijkt toch vrij onhandig. Gelukkig stopt er een ambulance en de man vraagt wat er scheelt.

We proberen Pieters motor te slepen via de ambulance om zo toch naar Lodwar te komen. Maar door het dikke losse zand werkt het slepen niet. Dan proberen we hetzelfde achter een brommer en ineens slaat de motor aan. Inmiddels is het pikke donker, en Pieters lamp doet het niet. De ambulance blijft bij ons en leidt ons de weg. Terwijl Pieter dicht achter mij rijdt om de weg te kunnen zien via mijn voorlicht. Het blijkt nog een lang stuk en op hoop van zegen probeer ik het tempo van de ambulance door het zand bij te houden. Ik blijk in het donker een stuk beter te kunnen rijden dan in daglicht. Uitgeput, dorstig en hongerig komen we aan in de stad en een bord met kip en een koud biertje heeft nog nooit zo goed gesmaakt.

We verkennen de omgeving in Turkana, wat vooral uit zand blijkt te bestaan en komen erachter dat we helemaal geen entry stempel kunnen halen in Lodwar. We zijn dus eigenlijk illegaal in Kenia en om de corrupte politie te mijden, besluiten we uiteindelijk na een weekje de zelfde grens overgang weer terug te nemen. Dit keer gaan we vroeger op pad, met veel meer water en eten. We komen Oeganda weer binnen en niks wijst erop dat we ooit in Kenia zijn geweest.

Het einde van de reis komt dichtbij en we wagen ons weer in het drukke verkeer richting Kampala. We proberen niet aangereden te worden zo vlak voor het einde, wat best een uitdaging is. We hebben veel van Oeganda gezien en het heeft ons ontzettend verrast. Het heeft veel te bieden en is zeker voor degene die van avontuur houdt een prachtig land. De mensen, maar ook de dieren hebben een prachtige indruk achtergelaten. En de natuurparken met zijn wilde dieren smaken naar meer. Want met je motor langs een kudde olifanten rijden, hoe bijzonder is dat?

 

Mandy’s reisoutfit

 

Pieter’s reisoutfit

Davey de Lange


Davey is onze sociale boy. Avontuurlijk en vol energie waarbij zijn motorkilometers vooral in Azië zijn opgedaan. Als dat maar goed gaat, want tegenwoordig maakt hij ook de Nederlandse wegen onveilig op zijn Kawasaki Z750.

Blijf op de hoogte

Vul hieronder uw e-mail adres in om updates en promoties te ontvangen.

We gebruiken uw e-mail adres alleen voor gerichte MotorKledingCenter emails.