Motorolie speelt een belangrijke rol bij het welzijn van je motorfiets, dat mag voor zich spreken. Maar wat doet motorolie nou precies? Moet de motorolie echt elke 6.000 tot 12.000 km of minimaal één keer per jaar vervangen worden? Laten we dat eens uitzoeken.
Motorolie doet veel meer dan de boel een beetje soepel draaiende houden, het is betrokken bij uiteenlopende functies van de motor. Hieronder staan ze opgesomd:
Motorolie speelt dus een cruciale rol bij het onderhoud van je motor. Dan komen we nu aan bij alle soorten en varianten. Welke moet je nou eigenlijk hebben?
Oké minerale olie, synthetische olie en half synthetische olie, got it! Dan zijn er nog dopes. Om de kwaliteit van een motorolie te verbeteren, voegt de fabrikant er talloze additieven of dopes aan toe. Deze zijn grofweg in vier soorten onder te verdelen:
Dopes raken uitgewerkt als de motorolie veroudert. Wanneer dat gebeurt zal er dus meer motorslijtage ontstaan. Dat is een van de redenen om de motorolie te verversen.
Auto-motorolie is niet geschikt voor de gemiddelde motorfiets. Dit komt doordat motorfiets motoren anders werken dan een auto motor; de koppeling draait bij de meeste motorfietsen in de olie -natte platen koppeling- en maakt de startmotor gebruik van de vrijloop die op wrijving berust. Daarom is het niet mogelijk om wrijving verlagende anti-slijtage dopes aan motorfietsolie toe te voegen, want daardoor zouden de koppeling en de starmotor gaan slippen.
Motorfiets motorolie moet aan speciale eisen voldoen die je herkent aan de ‘JASO’ norm op de verpakking. JASO maakt daarbij nog onderscheid tussen MA1 en MA2 (de laatste voldoet aan hogere eisen en is geschikt voor motoren met een hoog koppel en vermogen) en MB. MB is voor motoren met een ‘droge’ platenkoppeling.
We zijn er nog niet, de volgende variabele is de viscositeit van de motorolie. De SAE specificatie geeft de viscositeit -de dikte of stroperigheid- van de olie aan. Een dikke olie smeert in principe beter, terwijl een dunne olie weer sneller vuil en hitte kan afvoeren en bij een koude motor sneller op de te smeren plekken is.
Een dikke olie heeft een hoge viscositeit en een dunne olie een lage. De codering van de viscositeit staat altijd op de verpakking, bijv. 5W-30 of 10W-40. De letter voor de ‘W’ geeft dan de viscositeit bij lage temperaturen aan (Winter). Bij een lage temperatuur gaat het er om of een bepaalde testmotor nog gestart kan worden. Een SAE 15W-40 olie moet de testmotor nog kunnen starten bij -15°C, een 10W-40 olie bij -20°C, een 5W-40 olie bij -25°C en een 0W-40 olie bij -30°C. Hoe kleiner het getal, hoe beter. Het getal na de W is de viscositeit bij een warme motor. Het geeft de viscositeitsklasse aan bij 98°C. Een 50 of zelfs 60-er olie, is bij 98°C ‘dikker’ dan een 40-er.
Voor dat je zomaar wat motorolie naar binnen giet is het altijd belangrijk om eerst te kijken naar het advies in het instructieboekje. Meestal worden daarin in een aantal opties gegeven. Rij je lange afstanden, dan kies je voor een laag getal achter de ‘W’ -binnen die adviezen- dus liever een 10W-30 dan een 10W-40. Als je veel korte afstanden rijdt, dan kun je beter een hoger getal kiezen, omdat de olie dan in de loop der tijd door condens en brandstofresten dunner wordt. Rij je regelmatig op circuits, dan kies je liever voor een hoog getal, omdat de motor in raceomstandigheden heter wordt en de olie dus dunner.
Voor barre, winterse omstandigheden kies je het ‘W’ getal zo laag als toegestaan is, want dan is de olie eerder bij alle te smeren onderdelen en blijft slijtage aan nokkenassen beperkt tijdens de koude starts. Dan dus liever een 5W-40 dan een 10W-40. Rij je nooit als het echt koud is, dan kun je net zo goed een hoger getal nemen.
Olie met een verkeerde viscositeit zorgt voor allerlei problemen in een motor met vaak grote schade tot gevolg, bijvoorbeeld te hoge of te lage oliedruk. Ook kan het gebeuren dat er onvoldoende smering van bepaalde delen is omdat de olie te dik is om die plek snel te bereiken of omdat de olie zo dun is dat de smerende werking te gering is. Te dunne olie dicht ook niet meer goed af en kan gemakkelijk via de zuigerveren in de verbrandingsruimte komen. MAAR: beter de verkeerde olie dan geen olie!
Het antwoord is ja, motorfietsolie moet vaker vervangen worden dan bij een auto. Dat komt omdat:
Nog belangrijker dan het tijdig vervangen is het zorgen dat je nooit met te weinig olie rondrijdt. Dat is echt funest voor de motor. Peil daarom tussen onderhoudsbeurten in, ook al verbruikt jouw motor eigenlijk nooit olie. Want misschien is er toch opeens iets mis waardoor dat nu opeens wel gebeurt.
Voel je je na het lezen van deze blog schuldig omdat je eigenlijk net even te lang niet meer naar je motorolie hebt gekeken of was je sowieso al van plan om binnenkort je motorolie te verversen? Bekijk dan ons assortiment aan motorolie van topmerken als Motul en Putoline.
De motor moet warm zijn, niet heet, om zoveel mogelijk olie uit het blok te kunnen laten lopen. De bodem onder de motor moet je bedekken met een grote lap, om de spatten olie op te vangen.
De olieaftapplug kan nu losgedraaid worden. Alleen losdraaien dus, nog niet helemaal eruit draaien. Voor de opvang van de olie kun je een olieopvangbak heel goed gebruiken. Wanneer er een opvangbak gepositioneerd is, kun je de aftapplug er voorzichtig met de hand verder uitdraaien. Gebruik eventueel een doek om de warme olie niet op je handen te krijgen. Niet laten vallen die aftapplug! Het is zo vies zoeken in een bak met olie. Omdat de olie er aan de onderkant uit wil, is het handig als erboven lucht bij gelaten wordt. Dit kan door de vuldop los te draaien. Voor de rokers onder ons is het nu tijd voor een sigaretje (niet in een gesloten garage!).
Bij een complete olieverversing hoort natuurlijk een nieuw oliefilter. Er zijn twee soorten filters: de één ziet eruit als een blikken doos, de ander zit binnen de carters van het blok er ziet eruit als een opgerolde papieren miniaccordeon. Het papieren filter zit achter een deksel op een carterdeksel van het motorblok. Wanneer het oliefilterdeksel is verwijderd, kan het oude filter gemakkelijk verwijderd worden.
Wanneer je de nieuwe filter monteert, is het verstandig om de rubberen ring in te smeren met olie.
Het filter kan nu met de hand vast gezet worden, of, wanneer dat in het boekje staat, met een momentsleutel. Zowel op het filter als op de behuizing zitten afdichtringen, die allemaal vernieuwd moeten worden.
Nadat het nieuwe filter en alle afdichtingringen op de juiste plek zitten, kan het geheel weer dichtgeschroefd worden. Eventueel de dekselbouten met een momentsleutel vastdraaien. Let er even op dat alle olievlekken verwijderd worden. Gebeurt dit niet, kan de olie verbranden op het motorblok en dat geeft hele vervelende vlekken. Nu we toch bezig zijn, is het raadzaam een aftapplug met magneetje te monteren. Geen magneet tapplug? Dan wel een nieuwe koperen ring monteren.
Let op de juiste hoeveelheid en de juiste soort olie. Deze informatie is in het handboek te vinden.
De klustips bestaan uit algemene handelingen die per voertuig of individuele onderdelen zeer kunnen verschillen. Ook kunnen omstandigheden per locatie nogal verschillen. We kunnen dus geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de informatie in de klustips nemen.